De donkere kant van Down Under
Benzine-snuiven
leidt tot einde aboriginal zelfbestuur
door Matthijs Blonk |
Aborigines
in Darwin
foto: Matthijs Blonk |
Australië maakt
graag mooie sier met haar aboriginal inwoners en hun cultuur.
De boomerang is een geliefd symbool voor het land, en overal
ter wereld zitten mensen op een digeridoo te brommen. De
magische, voor aborigines heilige, monoliet Uluru (Ayers
Rock) is net zo populair als de Eiffeltoren, en wie kent
niet de door aboriginal kunstenaars gemaakte spikkelschilderijen?
In Australië worden ze verkocht in chique galerieën,
waar blanken achter de kassa zitten. Toch wil het maar
niet boteren tussen blank en zwart.
Het klinkt als een klaagzang, maar nog steeds lijden de aborigines
onder het onrecht dat hen 215 jaar geleden door de kolonisten
is aangedaan. Hoewel er toen 350.000 aborigines woonden
verklaarden de Britten het land in 1788 tot ‘terra
nullius’ (land van niemand, d.w.z. niemands eigendom).
Intussen is tot de wereldgemeenschap doorgedrongen dat
elk volk recht op zijn eigen grond heeft.
Een
eeuw geleden waren er nog maar 80.000 aborigines, maar
deze lieten
zich ondanks de civilisatiecampagnes van de overheid,
niet in het blanke keurslijf dwingen. Hun zelfbewustzijn
nam juist toe, en vanaf 1960 had ook de overheid meer oog
voor hun belangen. In 1967 kregen de aborigines burgerrechten
en later beperkte landrechten. In 1992 deed de Hoge Raad
een historische uitspraak en erkende dat Australië in
1788 wel degelijk bevolkt was, omdat er aborigines woonden.
Daarmee verviel de juridische basis van de wijze waarop
de kolonisten het land in bezit hadden genomen. Op dat
moment
had de regering de aborigines een hand kunnen reiken. Maar
tot nu toe heeft geen van de Australische regeringen de
implicaties van die uitspraak omgezet in beleid.
Aborigines
hebben dus nog steeds goede redenen om hun stem
te verheffen. Maar politiek hebben ze nauwelijks invloed,
al is hun aantal intussen wel gegroeid naar 365.000.
Ze hebben extreem hoge werkloosheidspercentages. Hun levensverwachting
behoort tot een van laagste ter wereld en ligt twintig
jaar
onder die van blanke Australiërs. Daar is de afgelopen
twee decennia bovendien geen verbetering in gekomen.
Aborigines bevolken eenderde van de gevangeniscellen,
terwijl ze nog geen 2% van de Australische bevolking
uitmaken.
Uitbarsting
in Redfern
Naar aanleiding van de dood van een jonge aborigine braken
er half februari hevige ongeregeldheden uit in Redfern,
een aboriginal ghetto in de hoofdstad Sydney. Dat vestigde
de
internationale aandacht weer eens op de gespannen raciale
verhoudingen binnen Australië. De wijk fungeert als
trechter waardoor Aborigines die naar de stad trekken Sydney
binnenkomen. Het gros van hen blijft in Redfern hangen
en leidt een uitzichtloos bestaan. De sociale problemen
stapelen
zich op. Een gebied dat bekend staat als ‘The Block’ geldt
als het gevaarlijkste deel van de wijk. Vrouwen durven
er zich nauwelijks op straat te begeven en verslaafden
bepalen
het straatbeeld. In een jaar tijd zijn er in Redfern
een miljoen injectienaalden uitgedeeld. De bevolking
staat
zeer wantrouwig tegenover de politie, die met regelmaat
buitensporig
hard optreedt. Tientallen gedetineerden stierven in de
politiecel, vaak onder onopgehelderde omstandigheden.
Dat
heeft allemaal
veel weg van de grootsteedse problematiek die zich overal
ter wereld voordoet. Maar ‘Down Under’ figureren
de aborigines exclusief als onderklasse en het druggebruik
beperkt zich zeker niet tot de steden. Ook veel kleine
gemeenschappen in het enorme binnenland worstelen met
verslavingsproblematiek. De rellen vormden een kortstondige
uitlaatklep voor mensen
die gevangen blijven in een cirkel van discriminatie,
werkloosheid en armoede. Lyle Munro, een gerespecteerd
aboriginal-oudere
verklaarde dan ook: “dat moedige jonge zwarte mensen
(met de rellen) een signaal hebben gegeven waar we enorm
trots op zijn”.
|
Anangu
Pitjantjatjara Land
met enkele aangrenzende aboriginal gebieden |
Benzineverslaving
Anangu Pitjantjatjara Land, (AP-Land) is een afgelegen
gebied met een omvang van 103.000 vierkante kilometer
in het noordwesten
van de deelstaat South-Australia. Sinds 1981 hebben
de aborigines hier zelfbestuur. Aan drugsbestrijding
werd
van meet af aan
prioriteit gegeven en alcohol was helemaal verboden.
Probleem hier is het fenomeen benzinesnuiven waaraan
6% van de bevolking
verslaafd is. Ondanks de relatief kleine populatie
(krap 3000 mensen) blijkt het lastig aan te
pakken en neemt
het de laatste tien jaar alleen maar toe. Om te
voorkomen dat
benzine makkelijk verkrijgbaar is, mag in AP-Land alleen
op diesel worden gereden. Maar drugshandelaren komen
naar het gebied om benzine, alcohol en cannabis
te verkopen.
De verslaafden zijn jongens en mannen tussen de acht
en dertig
jaar. Ze dragen vaak openlijk een blikje benzine aan
een koord om hun nek, zodat ze continu benzinedamp
inhaleren.
Sommigen identificeren zich met de "bogeymen",
monsterlijke figuren uit de geestenwereld, en ontlenen
zelfverzekerdheid aan het feit dat ze anderen schrik
aanjagen.
Er
zijn kleinschalige projecten gestart waar snuivers
kunnen ‘opdrogen’.
Verslaafden worden bijvoorbeeld naar Mount Theo gebracht,
een geïsoleerde berg ver van de bewoonde wereld.
Maar de resultaten zijn onvoldoende, althans volgens
de (blanke)
regering van de deelstaat South-Australia. Die maakte
op 15 maart bekend dat ze het bestuur van AP-Land overneemt.
Directe aanleiding voor het besluit was de dood van vier
jongens en acht zelfmoordpogingen in de twee weken daarvoor.
Volgens de regering zouden het allemaal benzinesnuivers
geweest
zijn, wat weer door twee dorpsoudsten wordt tegengesproken.
De werkelijke reden voor de machtsovername is het zoekraken
van ruim vier miljoen euro, een noodbudget dat vorig
jaar mei beschikbaar werd gesteld. Het geld was bedoeld
ter
bestrijding van het snuiven, maar uit onderzoek van
de krant The Advertiser
bleek dat het nooit bij de gezondheidsdiensten is terechtkomen.
Volgens
vice-premier Kevin Foley toont dit aan dat het zelfbestuur
van Anangu Pitjantjara is mislukt.
In 2002
werd het bestuur
van AP-Land ook al heftig bekritiseerd naar aanleiding
van een gerechtelijk onderzoek naar het benzinesnuiven.
Het werd
toen al bureaucratisch geknoei, partijpolitiek en
passief beleid verweten. Na de jongste gebeurtenissen
zei Kevin
Foley: “De
regering heeft het vertrouwen verloren in de bekwaamheid
van het AP-Land bestuur. Het zelfbestuur heeft gefaald.
We hebben geen andere keuze dan de controle over te
nemen”.
De regering stuurt een gepensioneerd politiecommisaris
om orde op zaken te stellen.
Aboriginal vertegenwoordiger Gary Lewis spuide in
Adelaide zijn verontwaardiging. Lewis noemde het
besluit: “…een
cynische actie van een zeer conservatief bestuur.
Dat is niet wat we van een laborregering verwachten,
het versterkt
het racistisch vooroordeel dat inheemse mensen niet
bij machte zijn hun eigen leven te besturen.”
De
Australische regering van premier Howard mengde
zich begin april ook in de kwestie. Howard simplificeerde
het probleem
door te stellen dat de regering er naar streeft “mensen
zelfbeschikking te geven via scholing, een baan,
en een veilig dak boven het hoofd, dingen waar alle
Australiërs recht
op hebben.” Was dat nou niet precies waar het
de aborigines aan ontbreekt?
©
Matthijs Blonk/Indigo |