|
Het dagelijks leven van de Dogon
Issa Guindo
Mets & Schilt, Amsterdam 2005
Gebonden, 112 Blz. 25 euro
door Matthijs Blonk
|
De ontstaansgeschiedenis van Het dagelijks leven van de Dogon
is een hoofdstuk apart. Issa Guindo wilde het verhaal
van zijn volk vastleggen en uitgeven. De Dogon kennen
geen schriftelijke overlevering en hij was bang dat veel
details over de Dogoncultuur verloren zouden gaan. Daarom
wilde Guindo de verhalen van de ouderen uit zijn regio
optekenen.
In
zijn functie van gids begon hij ze alvast te vertellen
aan toeristen. Zo kwam hij in contact met
Angelica Molter en Henko Wentholt, twee Nederlanders
die besloten de praktische kant van het project op
zich te nemen. Ze interviewden hem over allerlei aspecten
van de Dogon samenleving, maakten foto’s en zochten
een uitgever.
Het
boek ligt er nu, maar Issa Guindo heeft het verschijnen
ervan niet mogen meemaken. Twee
jaar
geleden overleed hij aan de gevolgen van malaria.
Na lezing van het boek vraag je je onwillekeurig af of
zijn loslippigheid niet bestraft is door de geesten.
De Dogon
samenleving komt uit het boek namelijk naar voren
als een hermetisch en dwingend systeem vol lokale taboe’s.
Op overtreding daarvan volgen represailles, niet
zelden ziekte of dood.
In
het animistische wereldbeeld van de Dogon is het
dagelijks leven sterk verweven met de religie,
in het boek kosmogonie
genoemd. Hun weekindeling telt vijf dagen. Overdag
wordt er gewerkt, 's nachts is er tijd voor ontspanning,
dansen en voortplanting. Ook alles wat met de voortplanting
te maken heeft, zoals een bruiloft, vindt 's
nachts plaats. De meeste Dogon zijn landbouwers. Andere
beroepen,
zoals smeden of wevers, vormen een systeem van (lagere)kastes.
Deze groepen kunnen zich niet onderling mengen door
een huwelijk. De chef van een kaste kan deelnemen aan
de
raad van ouderen
in een dorp, maar geen hoge functie bekleden.
Ook
de positie van hogon, de belangrijkste man van het dorp,
is voorbehouden
aan een landbouwer. De hogon is de plaatsvervanger
van Ama (God) op aarde. Hij kan Ama om dringende
zaken
vragen,
zoals
regen bij langdurige droogte. Het antwoord wordt
hem ’s
nachts ingefluisterd door witte slangen, zij belichamen
de natuurgeesten en leven in het huis van de hogon.
Dat huis
staat op het hoogste punt van het dorp want, op straffe
van een mislukte oogst, mag de hogon beslist niet
in contact
komen met de akkers.
De
bevolking kan zich niet rechtstreeks tot Ama richten, en
evenmin tot de hogon. Daarom bestaat
er een heel
systeem van kleinere goden, de ama’s, die elk
een deel van de schepping vertegenwoordigen. Voor
belangrijke vragen wordt
een bloedoffer gebracht, bij eenvoudige kwesties
kan het ook gierstepap of water zijn. Het offer wordt
gebracht
bij
een fetisj, het ‘huis’ van de Ama. Dat
zijn niet altijd duidelijk herkenbare objecten of
plaatsen. Vandaar
dat vreemdelingen niet zomaar een dorp mogen betreden.
Ze zouden een fetisj kunnen beschadigen en dan zal
het gehele
dorp gestraft worden. Zie hier, zo eenvoudig is het
dus om als Dogon, buiten je medeweten, in een nare
kwestie verwikkelt
te raken.
Het
boek is in vertelstijl geschreven, mogelijk om dicht bij
de spreektaal van de interviews te blijven.
Dat versterkt
echter ook het gevoel dat je een sprookje aan het
lezen bent, temeer omdat een nogal rooskleurig
beeld van
de Dogon wordt
gegeven. Zo
zou er bijvoorbeeld nauwelijks diefstal voorkomen, en als
dat wel gebeurd, dan zijn de
daders meestal buitenstaanders.
In
het geval van een moord is er een curieuze oplossing gevonden:
de familie van de dader
moet een dochter
uithuwelijken aan
het getroffen gezin. Als dat meisje vervolgens
een kind krijgt geldt dat als de vervanging van de
gedode persoon
en is de
zaak gesloten. Hoe dat nu moet als er geen
dochter is om uit te huwelijken wordt niet uitgelegd.
Er
komt wel
meer
niet aan bod. Welke invloed heeft de komst
van toeristen,
de geldeconomie of het effect van scholing
op de Dogon-samenleving? Terloops wordt het probleem aangestipt
van de groeiende
aanhang voor nieuwe religies als het christendom
en de islam, en
daarmee de ondermijning van de traditionele
samenleving.
Het
dagelijks leven van de Dogon is waarschijnlijk precies
geworden wat Issa Guindo voor ogen
stond: de beschrijving
van een wereld die al voor een groot deel
verdwenen is. Het zeer verzorgd uitgegeven
boek, met
mooie kleurenfoto’s,
is daarom een prima startpunt voor een
reis naar de Dogon, die voor veel toeristen
toch vaak een
zoektocht naar exotisme
en het verleden is.
©
Matthijs Blonk / Indigo / 2005
|