JOURNALISTIEK # Opinie
Hasna en het korte lontje Over de omstreden column van Hasna El Maroudi in NRC Handelsblad
Verschenen in Indigo Nummer 6, 2005

 

Hasna en het korte lontje

door Matthijs Blonk

“De Berbers waren vroeger de baas in Marokko en om die reden verwijten zij ons, de Arabieren, dat wij hun land hebben ingepikt. Wij vinden op onze beurt de Berbers onontwikkeld en primitief, bijvoorbeeld omdat ze alle berggeiten naar Nederland laten overkomen. Het zijn de Berbers die het criminele pad verkiezen en het zijn dus de Berbers die Marokkanen een slechte naam bezorgen.”

Deze weinig vleiende passage was 11 juni te vinden in NRC Handelsblad. De auteur, Hasna El Maroudi, zette met haar column Mocro: De Berbers de verhoudingen op scherp tussen de in Nederland woonachtige Berbers en Marokkanen van Arabische afkomst.

Ze gebruikte ook woorden als ‘barbaars uiterlijk’ en ‘stinkberber’. Al snel rolden de ingezonden brieven bij de NRC-redactie binnen. Hoofdredacteur Folkert Jensma verdedigde zijn auteur door te verwijzen naar de ‘vorm van de column’ met zijn stijlmiddelen als ‘overdrijving, karikaturen, en polarisatie’. Ook beriep hij zich op de vrijheid van meningsuiting, die de krant hoog in het vaandel voert. Daarmee stichtte hij extra verwarring, een column is immers een vorm, en geen mening.

Sinds we weten waar het “geitenneukers” van Theo van Gogh toe kan leiden heeft de discussie over de vrijheid van de columnist een extra dimensie gekregen. Columnisten gaan er van uit dat ze vér kunnen gaan in hun uitlatingen en dat de lezers begrijpen dat er iets anders wordt bedoeld dan er strikt genomen staat. Die aanname veronderstelt een zekere mate van leeservaring. De consument van het stukje moet flink tussen de regels door kunnen lezen, maar de auteur, op zijn beurt, moet wel de juiste hints geven en de lezer meeslepen in zijn universum.

Leuke Berbers
In de column van El Maroudi is dat duidelijk mislukt. Het is te plat. Er staat te veel wat er staat en bovendien lijkt El Maroudi weinig kennis van zaken te hebben: “Maar hoewel in de minderheid, er zijn ook nog leuke Berbers. De Imazighen komen bijvoorbeeld van een stam die niet kijkt naar afkomst en dus geen onderscheid maakt tussen verschillende Marokkanen.” El Maroudi suggereert hier dat Imazighen een aparte stam zijn die onder de Berbergroepen een positieve uitzondering vormen. Dat is onjuist. Imazighen is de meervoudsvorm van Berber in de taal van de Berbers: het Amazigh.

Natuurlijk zal de gevoeligheid van het onderwerp een rol hebben gespeeld, evenals het gebrek aan leeservaring bij de (internet)doelgroep – Hasna is 20 jaar en schrijft voor de jongerenrubriek Spunk. Feit is dat er een storm van kritiek losbarstte. Aanvankelijk vooral op de website spunk.nl en sites als amazigh.nl en maroc.nl. Volgens sommigen bevatte de column discriminerende taal. Je hoefde Berbers maar door joden te vervangen en de redactie zou hebben ingegrepen. Op amazigh.nl haalde iemand artikel 137c t/m g van het Wetboek van Strafrecht aan om te betogen dat de column inging tegen het verbod op discriminatie; aangifte was gewenst. Anderen nuanceerden, riepen op tot kalmte of traden in discussie. Ten slotte was er de categorie vuilbekkerij waarin El Maroudi, en in een moeite door haar hele familie, alle denkbare ziektes werden toegewenst.

De schrijfster was nogal overrompeld door het effect van haar column en verweerde zich door te stellen dat die “luchtig en ironisch” bedoeld was. Ze wilde “de spot drijven met een denkwijze die haar bij Arabische jongeren is opgevallen”, schrijft ze in haar verontschuldiging op spunk.nl, dat meer dan duizend reacties op haar column kreeg.

In dit stadium had de kwestie langzaam moeten uitdoven. Maar nee, begin oktober kondigde El Maroudi aan dat ze met haar column stopt. Al maanden ontving ze haatmail, werd ze op straat uitgescholden, bedreigd, bespuugd en er zou zelfs een auto op haar zijn ingereden.

Golf van hoon
Dat bracht de zaak in een stroomversnelling. Minister Verdonk en Ayaan Hirsi Ali namen het voor haar op. Daar zal de columniste niet erg gelukkig mee zijn geweest, dat is olie op het vuur en het plaatste haar voor menigeen definitief in het verkeerde kamp. Een golf van hoon spoelde door de internetsites, waar sommigen Hasna adviseerden alvast een (beveiligd) kamertje te betrekken naast Ayaan.

Half oktober bekende Folkert Jensma in zijn krant dat de redactie destijds niet goed had opgelet en de columniste tegen zichzelf in bescherming had moeten nemen.

De zaak Hasna kreeg intussen ook aandacht op radio en televisie, en Marokkanen als de schrijver Abdelkader Benali (van Berber afkomst) mengden zich in de discussie, zei het niet altijd even gelukkig. “Ik douche twee keer per dag” was zijn repliek op Hasna’s “stinkberber”, waarmee hij het vooroordeel lijkt te bevestigen.

Dat er nu over de tegenstelling Imazighen - Arabieren in de media een debat op gang is gekomen, en een breed publiek over de zaak van de Berbers wordt voorgelicht is uiteindelijk de positieve uitkomst van El Maroudi’s mislukte column.

© Matthijs Blonk/Indigo/2005

Terug naar Journalistiek Top