Natuurbeheer
in Kenia lijkt op etnische schoonmaak
Ogiek slachtoffer
van grootschalige ontruiming
door
Matthijs Blonk |
|
|
Mau-woud
foto Geert van Kesteren |
Kenia
maakt zich terecht zorgen over de watervoorziening en
de aantasting van haar bossen. Volgens de regering zijn
illegale bosbewoners de grootste milieuvervuilers. Daarom
is zij begonnen op grote schaal mensen uit het Mau-woud
te verdrijven.
Dat daarbij ook de Ogiek, de oorspronkelijke bewoners van het Mau-woud, worden
verjaagd lijkt niemand te deren.
Ook
op de overheidsburelen in Nairobi begint men te beseffen
hoe dringend noodzakelijk natuurbehoud is.
Natuur is iets
om zuinig op te zijn, al was het maar om toeristen te trekken
die met hun safari’s het land de nodige buitenlandse
deviezen bezorgen. Daarnaast is een aanzienlijk deel van
de Kenianen, de veehouders en landbouwers, direkt afhankelijk
van een gezond ecosysteem. Waar het echter steeds vaker
aan ontbreekt is water.
Daardoor
raken de verschillende volken
van Kenia regelmatig slaags bij conflicten over het beheer
van waterplaatsen en vruchtbaar land. Begin dit jaar
zorgde extreme droogte op veel plekken voor een mislukte
maisoogst.
Velen zagen hun vee sterven, en het wild begon weg te
trekken uit Maasai Mara, een natuurpark dat veel toeristen
trekt.
De waterstand in de rivieren zakt, sommige rivieren vallen
periodiek droog. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling,
niet in de laatste plaats omdat Kenia 70% van zijn elektriciteit
opwekt met waterkrachtcentrales.
Alarmklok
Eind
vorig jaar verscheen een rapport van Keniaanse milieuorganisaties
waarin de
alarmklok wordt geluidt over de snel voortschrijdende
ontbossing, een proces dat op satelietfoto’s
goed te volgen is. Dat signaal is niet aan Nairobi
voorbij gegaan. Milieuminister Musyoka stelde begin
dit jaar dat een nationale
ramp dreigt als er niet snel een halt wordt toegeroepen
aan
de vermindering van het bosoppervlak.
De
aandacht gaat vooral uit naar het Mau-woud, met een omvang
van 360.000 hectare
het grootste resterende bos
in Oost-Afrika
en een van Kenia’s vijf belangrijkste waterwingebieden.
Het Mau-woud voorziet een aantal grote rivieren van water.
Deze voeden op hun beurt het Victoria-, Turkana- en het
Natronmeer. Ook het Nakurumeer, broedgebied voor tienduizenden
flamingo’s,
krijgt zijn gehele watertoevoer uit het Mau-woud. Miljoenen
mensen zijn afhankelijk van dit water.
Het
bos strekt zich uit over de hellingen van het Mau-gebergte
ten zuiden
van
de stad Nakuru, en bevat 25% van Kenia's voorraad bomen.
Ongeveer driekwart van het bos is reeds verdwenen ondermeer
door illegale houtkap en de productie van houtskool,
maar vooral omdat Nairobi de laatste 20 jaar grootschalige
houtkap
heeft toegestaan aan drie maatschappijen: Raiply Timber,
Timsales en Pan African Paper Mills waarin de overheid
zelf belangen heeft.
|
Houtkap in het Mau-woud
foto Geert van Kesteren |
Krakers in het bos
Als gevolg van de ontbossing neemt de watertoevoer al
jaren af. De autoriteiten wijzen de kolonisten in
het woud daarvoor
als de schuldigen aan. Zij hebben in het bos percelen
gekapt om een boerderij te beginnen. Tegen deze ‘krakers’ in
het Narok-distrikt werd begin dit jaar een ontruimingbevel
uitgevaardigd. Men kreeg twee maanden de tijd om
zijn biezen te pakken en het bos te verlaten.
Na
het verstrijken van
de termijn begon in mei een langdurige overheidscampagne
om mensen het Mau-woud uit te zetten. Veiligheidsdiensten
en verschillende politiecorpsen werkten daarbij
samen met rangers en boswachters.Vooral kleinschalige boeren
werden
het slachtoffer.
De
troepen traden hard op. Woningen zijn in brand gestoken
of met de grond gelijk gemaakt.
Zeker
twintig scholen, een aantal kerken en twee kleine
ziekenhuizen werden
vernield. Intussen zijn ongeveer 30.000 mensen
van
hun grond gejaagd. Ze worden volkomen aan hun
lot overgelaten,
slapen
in de openlucht, in kerken of winkelcentra.
Mensen
die de eerste weken terug gingen naar hun land
om er hun mais
en
aardappelen te oogsten werden door veiligheidsmensen
geslagen, ook zouden vrouwen zijn verkracht.
De verontwaardiging over het optreden was zo groot dat
de
autoriteiten
onder
druk
van de publieke opinie intussen wat coulanter
zijn geworden en bijvoorbeeld het oogsten oogluikend
toestaan.
Veel
kolonisten behoren tot etnische groepen als de Kisii en
Kipsigis. De taal van de Kipsigis
is sterk
verwant
aan het Ogiek, waardoor zij zich als Ogiek
voor kunnen doen.
Ogiek
bij een vernield
huis in het Mau-woud
foto Ruth Jansen |
|
Ogiek
Bij de ontruiming zijn ook honderden Ogiek
het bos uitgezet. Dat zij de oorspronkelijke
bewoners van
het Mau-woud
zijn, speelde voor de autoriteiten geen rol. De
Keniaanse overheid
erkent hen niet als afzonderlijk volk en beschouwt
hun voorouderlijk land als staatseigendom.
De
Ogiek zijn
een inheems volk,
met een eigen taal, dat voor een groot deel
van zijn levensbehoeften van het woud afhankelijk
is. Ze verzamelen
er brandhout
en honing, en jagen op wild. Ook voor medicinale
planten zijn
de Ogiek op het bos aangewezen. Ze kennen ruim
zestig verschillende soorten met medicinale
eigenschappen.
Joseph
Towett van de Ogiek Welfare Council zegt dat de term bos
niet voorkomt in het vocabulaire van de Ogiek. "We
zien de bomen als onderdeel van onze grotere
gemeenschap. Ook de dieren en
planten beschouwen we als deel van ons leefmilieu.
Dit is ons huis".
De
meeste Ogiek zijn al bij eerdere acties uit het bos verdreven
en leven aan de rand
van het
woud,
waar ze
overgaan op kleinschalige
landbouw en veeteelt. Naast de Ogiek maken
ook Maasai aanspraak op delen van het woud
waar zij
traditioneel
hun vee hoeden
in droge periodes.
In
tegenstelling tot de Ogiek kunnen veel kolonisten een eigendomsakte
overleggen voor het land
dat zij
hadden betrokken.
Maar Amos Kimunya, minister van Land, heeft honderden
van deze claims ongeldig verklaard. Hij stelt dat
de meeste eigendomspapieren
vals zijn en niet meer waard dan het papier waarop
ze geschreven zijn.
Daar
zit een kern van waarheid in omdat
veel (lokale)
prominenten zich hebben verrijkt met de verkoop
van percelen in het Mau-woud. Stukken land die in beheer
waren van
collectieve boerderijen zijn illegaal opgesplitst
en verkocht. Corrupte
ambtenaren en taxateurs rekten de grenzen van
percelen op en verdienden zo een centje bij. Ook Maasai
verkochten
onrechtmatig
stukken van de grond die ze van de Narok County
Counsil (lokale overheid) toegewezen hebben gekregen.
Daniel
Twala, een woordvoerder van de Narok County Counsil,
meent dat het merendeel van de ‘ilegale
bewoners’ zich
tussen 1998 en 2000 in het Mau-woud gevestigd
heeft. Maar sommigen claimen al tientallen
jaren in het
bos te wonen.
Twala stelt dat de gedupeerden niet op compensatie
hoeven te rekenen. Ze hebben hun eigendomsacte
'op frauduleuze
wijze verkregen van figuren die het bos hebben
aangetast'. Wangari
Maathai
De Keniaanse milieu-aktiviste Wangari Maathai,
die vorig jaar de Nobelprijs voor de vrede kreeg
en momenteel
voor
de regering werkt, zegt in een interview met
Reuters dat de regering door moet gaan met het ontruimen
van de bossen.
Ze
is het echter niet eens met de wijze waarop
dat gebeurt: "Helaas
hebben we in dit land een cultuur waarin kleine
mensen weinig respect genieten." Maathai
is er op tegen dat de overheid de bosbewoners
als misdadigers behandelt. "We hebben
hier te maken met corrupte praktijken uit het
verleden en moeten nu niet de slachtoffers daarvan
straffen". Daarmee
doelt ze op de eigendomsakten die velen kochten
onder het corrupte bewind van de voormalige president
Daniel arap Moi. "Dezelfde
mensen die besloten deze eigendomsakten af te
geven, besluiten nu om het bos te ontruimen",
aldus Maathai. Onder
het dictatoriale bewind van Daniel arap Moi (1978-2002)
werden ook grote
stukken bos
verkocht
of weggegeven
aan relaties of clangenoten van de president
die er thee-
of bloemenplantages
begonnen.
Minister
Amos Kimunya heeft zijn toon intussen getemperd, en zegt
nu dat zijn ministerie de
grenzen van het
woud opnieuw gaat vaststellen. Mensen wier
land daar buiten
valt, mogen
naar hun grond terugkeren. Tevens heeft de
regering opgeroepen de eigendomsakten op
echtheid te laten
controleren.
Het
zal niet verbazen dat in al deze hectiek
de belangen van de Ogiek
voorlopig ondergeschikt zijn aan de waan
van de dag. Of zoals de Ogiek zelf zeggen: Als
de stieren
vechten
lijdt het gras.
Naar
verwachting staat ook bossen elders in het land weldra
een ontruimingsgolf
te wachten.
©
Matthijs Blonk/Indigo/2005 |