Busstation
in Arusha, Tanzania |
|
Al weken reisden we nu per openbaar vervoer naar allerlei
uithoeken van Tanzania. Uren opgevouwen hossen en klutsen
in overvolle gammele bussen. Kippen onder de bank, de radio
op standje overstuurd en altijd wel een medepassagier half
op schoot, of slapend tegen je schouder.
Nu
restte ons nog een laatste traject: van Arusha in Tanzania,
naar
Nairobi in Kenia. We besloten onszelf te trakteren
op het comfort van een “shuttle”, een snelle
luxe bus die niet telkens stopt en soms zelfs een stewardess
aan
boord heeft om koffie te serveren.
De
kaartjes waren zo geboekt en de bus haalde ons ’s
ochtends op.
“Zoek
maar een plekje”, zei
de chauffeuse opgewekt en gebaarde uitnodigend naar
de veertig
lege zitplaatsen.
We waren de enige passagiers en meer zouden het er
ook niet worden. Het comfort viel wat tegen, maar een privébus
voor ons drieën, dat maakte veel goed.
|
Bus
van Dar es-Salaam naar Dodoma, Tanzania (6,5 uur) |
In
stevig tempo reden we door de savanne, waar giraffen aan
de
bomen peuzelden. Al na anderhalf uur kwam de grens
in
zicht. Driehonderd meter voor de douane viel ineens
de motor stil. Pech. Geen probleem, grijnsde de chauffeuze
en pakte
haar mobiel, er zou direkt een monteur komen. Ach,
we
konden alvast wel naar de grens lopen en wachten in
een theehuis.
Laat de bagage maar in de bus.
Na
een paar koppen thee en wat kletsen met bezoekers wisten
we dat de bussen van
deze maatschappij altijd
met maar
enkele passagiers reden. Dat kon niet rendabel zijn
en het gerucht
ging dat ze andere zaken deden. We vroegen ons af
wat dat kon zijn. Wapenhandel? Diamantsmokkel? Op dat moment
kwam
onze bus langs en reed direkt door naar het niemandsland,
met onze bagage...
Wat
het een truc geweest? Hadden ze pech voorgewend en zaten
de edelstenen nu in onze tassen
verstopt?
De
grensformaliteiten verliepen soepel. Aan de Keniaanse kant
wilden we weer instappen, maar het probleem
bleek nog niet verholpen. Er zat vuil in de tank,
hij moest
worden uitgespoeld (van wat?). Voor we het beseften
was de bus
verdwenen,
met onze bagage...
|
Lekke
band
onderweg van Mbulu naar Arusha, Tanzania (7 uur) |
Pas
na vier uur zagen we hem terug. We begonnen een beetje
chagrijnig te worden van
het wachten
en wilden
de reis
nu wel eens voortzetten. Maar het dashboard
lag er nog af en
een monteur knutselde aan het chassis. We
eisten vervangend vervoer en dreigden zelfs met politie. “
Nee, nee, vooral geen politie!” Ze werkten ineens
extra snel en beloofden ons ter compensatie, per taxi, af te leveren op ons adres in Ngong, een voorstadje
van Nairobi.
Eindelijk
waren we weer onderweg. Onze bagage lag onaangeroerd in
de rekken. Na enig aandringen
wilde
ze het wel verklappen.
De handel was miraa (qat). Hier in Kenia
legaal, maar in Tanzania verboden. Elke dag vervoerde
de ‘miraa-expresse’ een
lading van de geliefde blaadjes van Nairobi
naar Arusha, met als dekmantel een paar onwetende
blanke passagiers.
©
Tekst & foto's Matthijs Blonk/Afrika Nieuws
|
|
Verkopers
bij stop in Mombo,
Tanzania
|
'Al-Hadj'
arriveert in Lushoto, Tanzania |
Geen
van de
foto's op deze pagina betreft de bus uit het verhaal. |