Qat
in Jemen
door
Matthijs Blonk
|
De eerste blaadjes gaan door de vingers,
men wrijft voorzichtig het stof eraf en keurt de soepelheid
van de takjes. Alleen al het aanraken lijkt een placebo-effect
te hebben. De zwijgzame mannen beginnen te kletsen
en er ontstaat een geanimeerde sfeer. De qat brengt
hen tot elkaar, maar die vlaag van communicatie is slechts
tijdelijk. Al snel verstommen de gesprekken.
Zeker
driekwart van de Jemenieten is verslingerd aan het kauwen
van qat, een roes verwekkend blad. Het effect is vergelijkbaar
met dat van caffeïne. Qat is mateloos
populair zowel onder mannen als vrouwen. Dat betekent geld,
veel geld. Bovendien is het gemakkelijk te verbouwen.
Leg een vers afgebroken tak van de struik onder een
dun laagje aarde en deze loopt vanzelf op enkele plaatsen
uit. Al na twee tot vier jaar kan van de nieuwe struik geoogst
worden, terwijl die decennia produktief blijft. Bij matige
regen is slechts één oogst per jaar mogelijk,
maar met meer neerslag of irrigatie zijn drie oogsten haalbaar.
Er
zijn aanwijzingen dat Jemenieten al meer dan vijfhonderd
jaar qat gebruiken. De Arabische naam qat is in 1763 door
de Zweedse botanicus Per Forsskål in het Latijn beschreven.
Forsskål, die zijn expeditie in Jemen niet overleefde,
maakte van qat catha en voegde er edulis aan toe omdat het
wordt gegeten. De
consumptie van catha edulis beperkt zich vooral tot Jemen,
Ethiopië, Somalië en Kenia waar
het miraa wordt genoemd.
De
qatstruik gedijt het beste in vochtige berggebieden op
een hoogte van 1500 tot 2000 meter. De werkzame stoffen,
zoals cathin en vooral cathinone dat sterk verwant is aan
amfetamine, komen alleen voor in de jonge verse scheuten
die daarom zo snel mogelijk geconsumeerd dienen te worden.
Twee dagen na de pluk verliezen ze hun handelswaarde. Dat
is de reden dat tot in de jaren zeventig het gebruik beperkt
bleef tot de berggebieden waar het groeide. Men transporteerde
de takjes per ezel of kameel naar markten in de omtrek.
Door
de aanleg van wegen en de invoer van auto’s
kwam daar verandering in. Ook de import van dieselpompen
om het grondwater naar boven te halen stimuleerde de
verbouw van qat. De import van goedkope granen maakte
het de boeren mogelijk om over te schakelen van het traditioneel
verbouwde sorghum naar de qatteelt. Rond de plantages
staan wachttorens waarin mannen met vuurwapens
over het groene goud waken. Volgens het gewoonterecht
mag je een buur die qat steelt gedurende drie dagen opsluiten
en afranselen.
Het
qatgebruik heeft obsessieve vormen aangenomen. Rond het
middaguur wordt iedereen onrustig en begint de jacht op
een bosje verse takjes. Op sommige wegen ontstaan heuse
qatfiles. Langs de weg houden mannen dwingend zakken qat
omhoog en alle auto’s stoppen om te onderhandelen.
Qat beïnvloed
het rijgedrag. In de loop van de middag neemt de onvoorspelbaarheid
van de chauffeurs toe. Er wordt grillig gereden.
Soms snel en agressief, soms extreem langzaam. Winkeliers,
politieagenten, vrijwel iedereen kauwt ’s middags qat,
ook tijdens het werk.
Winkelier neemt
een blaadje qat |
Op
de bovenste verdieping van hun huis, in de mafraj, ontvangen
de mannen hun vrienden voor een qatsessie. Eerst een uitgebreide
warme lunch, want de buik moet gevuld zijn. Dan begint het
kauwen. Hele trosjes blad gaan in de wang die steeds
verder opbolt. Met een slok mineraalwater slikt men het sap
door. Een sessie duurt zo’n drie á vier uur.
Gastheer
Ibrahim nodigt me uit om mee te doen. Ik hou het anderhalf
uur vol. Het is niet vies, een beetje bitter een tikje zoet
ietwat groenesla achtig, maar echt lekker is het ook niet.
Als je wilt stoppen spuug je de prop in het toilet. Mijn
anderhalf uur wordt te matig bevonden, maar gevolgen heeft
het wel degelijk. Koude rillingen, licht in het hoofd zenuwachtig
praten en een verhoogde hartslag.
Qat
is een softdrug, maar geheel onschadelijk is het niet.
Het gebruik kan tot maag- en darmproblemen leiden en de
kans op een depressie of psychose vergroten. Afgezien van
het verlammende effect op de economie, omdat de bevolking ’s
middags weinig meer presteert, kost de teelt veel water.
Maar liefst 90 procent van het beschikbare water in Jemen
gaat naar de landbouw. De helft daarvan wordt in de hooglanden
gebruikt voor de qatteelt.
Ironisch
genoeg heeft Nederland deccenia lang tientallen miljoenen
ontwikkelingsgeld in watersystemen geïnvesteerd. Omdat het watergebrek steeds nijpender
wordt gaat er tegenwoordig Nederlands geld naar een bewustwordingsprogramma.
Op scholen wordt uitgelegd dat om het groene goud te kweken
vloeibaar goud nodig is en dat is schaars. Nog even en water
is meer waard dan qat.
©
Tekst & foto's Matthijs Blonk / Ontdek
Arabia / april - 2008 |