Het is 20 december 1980. De Amsterdamse ‘Poptempel’ Paradiso heeft zich uitgeleverd aan de Stads Kunst Guerrilla, een verzameling vooral Amsterdamse kunstenaars. Met 'vuurkunstenaar' Erik Hobijn als voortrekker werd er een anarchistisch feest georganiseerd waarbij er geen grenzen leken te bestaan. Bevriende leden van de band Tox Modell vroegen Blonk om tijdens dit 'terroristencongres' te komen filmen.
Met een geleende Super-8 geluidsfilmcamera en vijf filmcassettes van drie minuten maakte Blonk een eigenzinnig verslag, vol experimenten met het voor hem nieuwe medium. De beelden werden later compromisloos zonder enige montage of geluidsbewerking chronologisch achter elkaar geplakt tot de SKG-Film.
Het zijn unieke beelden en tevens het enige film/videomateriaal dat van deze avond bestaat.
Voor Blonk markeerde de SKG-film het moment dat hij het Super-8 formaat omarmde en afstapte van 16mm film. Doordat het geluid bij Super-8 direct op de film wordt opgenomen en vrijwel alle bewerkingen in eigen hand gehouden kunnen worden, geeft het een grote technische en financiële onafhankelijkheid.
Dat sloot perfect aan bij de toen heersende doe-het-zelf mentaliteit, waar professionaliteit eerder verdacht was. Uiteraard heeft het materiaal zijn (technische) beperkingen, ondermeer de povere beeldkwaliteit, maar de uitdaging was om die zoveel mogelijk te omzeilen.
De vrijheid van een compacte camera, zonder de noodzaak van een aparte filmploeg, inspireerde tot een andere manier van werken. Die werd voortgezet in de Melkwegjournaals, gemaakt vanuit dezelfde onafhankelijke invalshoek als de SKG-film.
Blonk maakte verschillende langere films op Super-8. In 2003 ging hij een compacte videocamera gebruiken, die een vergelijkbare vrijheid van werken gaf.
De SKG-film werd opgenomen in de collectie van Eye/Filmmuseum, gedigitaliseerd en op dcp overgezet.
Begin 2016 werd de film in Eye vertoond tijdens het programma FURY! Punk Culture. |