JOURNALISTIEK # Opinie
De lange tenen van Turkije Over het proces tegen de Turkse schrijver Orhan Pamuk.
Verschenen in Indigo Nummer 1, 2006

 

De lange tenen van Turkije

door Matthijs Blonk

Orhan Pamuk
foto Matthijs Blonk

Het Almelose CDA-raadslid N. Bicici, van Turkse komaf, noemde in april 2005 de genocide op honderdduizenden Armeniërs “een sprookje”. Zo’n uitspraak staat gelijk aan het ontkennen van de holocaust. Zijn woorden veroorzaakten enige beroering in de Nederlandse publieke opinie, maar dat was niets vergeleken met de commotie die ontstond toen de Turkse schrijver Orhan Pamuk het tegendeel beweerde.

In een interview met de Zwitserse krant Tages Anzeiger deed Pamuk onverbloemde uitspraken over het lot van de Turkse Koerden en de genocide op de Armeniërs, die plaatsvond tussen 1915 – 1917. "...dertigduizend Koerden en één miljoen Armeniërs werden in dit land vermoord en enkel ik durf erover te spreken", aldus de schrijver.

Zoals te verwachten vielen deze woorden in Turkije buitengewoon slecht. De in 1923 gestichte republiek heeft zijn identiteit nog niet gevonden en worstelt met zijn Ottomaans verleden. Op zijn hoogtepunt strekte het Ottomaanse Rijk zich uit over drie continenten en was beduidend glorieuzer en invloedrijker dan het in landgrenzen fors terug gesnoeide huidige Turkije.

Nadat het Ottomaanse Rijk in verval was geraakt werden er na de Eerste Wereldoorlog in het Midden-Oosten nieuwe natiegrenzen getrokken. Deze hielden geen rekening met etniciteit en doen daarom tot op de dag van vandaag hun invloed gelden op de wereldpolitiek.

Een van de gevolgen is het ontstaan van Irak, waar drie verschillende bevolkingsgroepen in het harnas van één natie werden gedwongen. Door de herschikking raakte het Koerdisch gebied verdeelt over Iran, Irak en Turkije, landen die niet zachtzinnig met hun minderheden zijn omgegaan. Volgens sommige definities zijn de Koerden daarom de grootste inheemse populatie ter wereld.

De massamoord op de Armeniërs is in Turkije nog altijd een heikel onderwerp. Tot er in 1918 een onafhankelijk Armenië werd gesticht, leefden zij als een minderheid in het Ottomaanse Rijk. In het huidige Istanboel werden op 24 april 1915 vele honderden Armeniërs zonder enige vorm van proces om het leven gebracht. Die datum wordt door de Armeniërs nog altijd herdacht als het begin van de grootschalige uitroeiing, hoewel er daarvoor ook al moordcampagnes tegen hen waren georganiseerd.

Geen genocide?
Turkije weigert de massamoord op de Armeniërs te erkennen. Maar de feiten zijn zo duidelijk dat dit niet helemaal lukt. Vandaar dat er vooral wordt ‘onderhandeld’ over termen als massamoord versus genocide en over de ware aantallen slachtoffers. De Turkse historici houden het op 300.000 tot 500.000, terwijl hun westerse collega’s van 600.000 tot anderhalf miljoen doden spreken.

Als gevolg van zijn uitspraken werd Orhan Pamuk beschuldigd van ‘Belediging van de Turkse identiteit’, een vergrijp waar een gevangenisstraf van maximaal drie jaar op staat. Veel Turkse lezers keerden zich van de schrijver af en bestempelden hem als een pro-westerse landverrader. De Turkse krant Hürriyet noemde hem een ‘verachtelijke persoon’ en er vond zelfs een boekverbranding van zijn werk plaats. Internationaal genoot Pamuk echter veel steun en op 22 oktober nam hij de ‘Vredesprijs’ van de Frankfurter Buchmesse in ontvangst.

Pamuk is niet de enige die last heeft van de nationalistische censuur. De internationale PEN Foundation wijst erop dat tientallen Turkse schrijvers, journalisten en uitgevers om vergelijkbare uitspraken in staat van beschuldiging zijn gesteld.

Een van hen is de Turks-Armeense journalist Hrant Dink. Hij werd op 2 september tot zes maanden voorwaardelijke celstraf veroordeeld, wegens ‘het via de media verzwakken en beledigen van Turkse identiteit’. In december werden de schrijver Zulkuf Kisanak en journalist Aziz Oser tot geldboetes veroordeelt. Kisanak had het leger beschuldigt van het verwoesten van een Koerdisch dorp en Oser had vraagtekens gezet bij de ontkenning door Turkije van de genocide op de Armeniërs.

Wereldpers
Eigenlijk is het opmerkelijk dat Pamuk voor de rechtbank moest verschijnen. Hij heeft immers niet zoals de Almelose Bicici een verkeerde voorstelling van zaken gegeven, maar noemde slechts algemeen bekende feiten. Dat maakte het lastig hem voor zijn uitspraken te veroordelen, temeer omdat de wereldpers de kwestie nauwlettend volgde.

Eind december bepaalde het Turkse Hooggerechtshof dat niet de rechtbank maar de regering het laatste woord heeft. Zo ontstond de mogelijkheid de zaak te seponeren, ofwel in de doofpot te stoppen.

Op 22 januari trok de Turkse Justitie de aanklacht in. Een gemiste kans. Turkije zou Pamuk juist dankbaar moeten zijn. Hij bood het land de mogelijkheid om voor het oog van de wereld met het verleden in het reine te komen. Wanneer Pamuk zich voor de rechtbank had kunnen verdedigen, lees: nog wat zout in de Turkse wonden strooien, en vervolgens was vrijgesproken, had Turkije daarmee een duidelijk politiek signaal afgegeven.

Een win-win situatie. Pamuk zou nog meer boeken verkopen en binnen afzienbare tijd een Nobelprijs krijgen. Turkije zou zonder verder gezichtverlies de Armeniërs excuses kunnen aanbieden. En de Europese Unie zou Turkije in haar gelederen welkom kunnen heten.

Nu alleen Pamuk heeft gewonnen zijn de andere partijen de verliezers.

© Matthijs Blonk/Indigo/2006

Gerelateerde onderwerpen:
> Het gat in de markt
Over Russische straathandel en prostitutie in Oost-Turkije.
> Vis eet mens
Reportage over de Kangal visbaden, een kuuroord in Turkije.

Top
Terug naar Journalistiek