JOURNALISTIEK # Boekbespreking
De betovering van Benin - Annie Caulfield
Arena – 2004
Verschenen in Indigo Nummer 4, 2004
Boekomslag

De betovering van Benin
Annie Caulfield
Arena – 2004 – 381 pag.


door Matthijs Blonk


De Britse Annie Caulfield schreef een aanstekelijk reisboek over het West-Afrikaanse Benin. Haar relaas volgt gedeeltelijk het verhaal van Isodore, de taxichauffeur die ze inhuurt om haar in Benin rond te rijden. Isodore ontpopt zich als een eigenzinnige gids die een speciaal programma voor haar samenstelt. Door het hele land bezoeken ze lokale vorsten, en bij diverse volken maken ze rituele bijeenkomsten mee.

In een klein Fon-dorp in Midden-Benin is ze te gast bij de familie van Isodore, wiens vader ouderling van de Oro-cultus is en beoefenaar van gri-gri (sjamanistische tovenarij). Daarnaast is hij dorpssmid, genezer, tovenaar, heksenvanger en vroedman. De meeste baby’s in de wijde omtrek zijn door hem ter wereld geholpen. Ter ere van haar bezoek wordt een gelede georganiseerd, een Yoruba-ceremonie met zowel een religieuze als sociale betekenis. Het is een feestelijke combinatie van muziek, maskerdansen en marionettenspel, die tevens ruimte biedt voor travestie of het uiten van lesbische gevoelens.

Het geloof in gri-gri beheerst het leven van veel Beninois. De angst voor vergiftiging door gri-gri is groot, en vrouwen doen gri-gri door het eten van hun man om te zorgen dat hij zijn tweede vrouw niet meer wil. Gri-gri kan mensen laten ontploffen, en gri-gri-bijen achtervolgen corrupte politieagenten. De koning van Parakou geeft Caulfield geen hand, want als een vrouw hem aanraakt, trekt zijn gave voor gri-gri uit hem weg.

Zo kabbelt het boek voort en passeert een keur van volken de revue, plus smeuïge anekdotes over hun uitzonderlijke gebruiken.

Caulfield’s opgeruimde stijl heeft ook zijn keerzijde. Omwille van de vrolijke toon trekt ze de dingen soms in het absurde. Als ze in het noordwesten de Somba, of Betammaribè bezoekt, noemt ze hun huizen 'Franse kastelen', en verderop zijn de kakkerlakken in Benin 'zo groot als je hoofdkussen'. Die overdrijving is storend maar overkomelijk. Echt bont maakt ze het door de ronselaars die kinderen van hun ouders aftroggelen 'uitzendbureaus voor huishoudelijk personeel' te noemen. Kindslavernij is in Benin (en omliggende landen) een serieus probleem dat je niet kunt bagatelliseren. Caulfield doet bovendien de verslaggeving over kindslavernij af als 'hysterische berichten in buitenlandse kranten'. Zulke uitlatingen ondergraven de geloofwaardigheid van haar boek.

Bij haar volgende reis naar Benin moet ze Isodore beslist een bezoek laten organiseren aan het kantoor van Terre des Hommes in Cotonou. Daar kunnen ze haar met cijfers uit de droom helpen.

© Matthijs Blonk / Indigo / 2004 / 2004

Terug naar Journalistiek Top