|
Goden,
graven en grenzen
Jos van Beurden
KIT publishers, Amsterdam, 2001
120 Blz. 13,50
Goden, graven en geleerden
C.W. Ceram
Van Ditmar, Amsterdam - Antwerpen 1953 (vijfde druk)
426 Blz. |
|
Illegale
handel bedreigt cultureel erfgoed
door Matthijs Blonk |
In de winkeltjes met kunstnijverheid
in de Ghanese hoofdstad Accra staan fraai gepolijste beeldjes
bij tientallen te glimmen
op de schappen. De bezoeker die iets "anders" zoekt
wordt meegetroond naar een stoffige donkere ruimte achterin
de winkel. Het licht floept aan en onthult een keur aan 'authentieke'
beelden uit alle windstreken van West-Afrika. Dik onder het
stof, versierd met kaurischelpen of bedekt met de smoezelige
resten van voodoo-rituelen.
"Dit
is een heel bijzonder beeld, nog gemaakt door mijn grootvader",
zegt de verkoper op samenzweerderige
toon. Als dat klopt, heeft die vast een klein bedrijfje op
het terrein achter de winkeltjes. Daar wordt zowel de
nieuwe als
oude kunst vervaardigt. Met een teerachtige substantie
maakt iemand een blankhouten beeld 'antiek'. Er wordt
as over het beeld gestrooid en druppels gekleurde verf,
om het
een fetish-uiterlijk te geven. Voor de leek ziet het er
allemaal erg bijzonder en vooral oorspronkelijk uit.
In zijn boek Goden, graven en grenzen, over kunstroof
uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika, pleit Jos van
Beurden ervoor dat toeristen uitsluitend dit soort 'kunst'
kopen.
Hij stelt dat de goed gemaakte kopie een volwaardig alternatief
is voor origineel cultuurgoed, waarvan de export immers
niet is toegestaan. Zelfs als maar een klein percentage
van de
600
miljoen mensen die jaarlijk een vakantie in het buitenland
boeken authentieke kunstvoorwerpen koopt, betekent dat
al een enorme
transfer van cultuurschatten.
In
zeven hoofdstukken geeft Van Beurden inzicht in het probleem
van illegale handel.
In het verleden waren het
de nationale
staten die onder het mom van oorlogsbuit grote hoeveelheden
cultuurschatten roofden. De Spanjaarden uit Mexico en
Peru, de Fransen uit Egypte, de Belgen uit Congo en ga
zo maar
door.
In het gunstigste geval werden er voorname musea voor
gesticht, waar we tot op de dag vandaag van kunnen genieten.
Voor
die spreiding over de wereld is veel te zeggen, maar
het blijft
een bizar gegeven dat sommige inheemse volken hun cultureel
erfgoed alleen nog in westerse musea kunnen zien, en
het in
eigen land met kopieën moeten doen.
Kunstroof is van alle tijden, stelt van Beurden. Het
is vast geen toeval dat de titel van zijn boek herinnert
aan
Goden,
graven en geleerden (geschiedenis der archaeologie),
een publicatie
van C.W. Ceram, die een halve eeuw geleden verscheen.
In de hoofdstukken over Egypte besteed Ceram uitgebreid
aandacht
aan
de eeuwenlange georganiseerde grafroof in het Dal der
Koningen. Deze praktijken zijn niet alleen illegaal,
er wordt doorgaans
onnodige veel schade aangericht, wat wetenschappelijk
onderzoek in de weg staat. Zowel rovers als kopers beseffen
vaak
maar half hoe belangrijk de stukken én de vindplaatsen
zijn. De anekdote over een Engelse dame die eind 19e
eeuw in het Egyptische
Luxor een mummie koopt spreekt boekdelen. Als zij haar
Nijlcruise vervolgt, vindt ze dat de mummie in haar
hut onaangenaam begint
te ruiken en laat hem overboord zetten.
Egypte
was een van de eerste landen waar het moderne toerisme
tot ontwikkelling
kwam.
De afgelopen eeuw heeft het zich als een olievlek over
de wereld verspreid. In het kielzog daarvan neemt
ook de illegale handel
in cultuurgoed steeds grotere vormen aan. Volgens schattingen
gaat er jaarlijks 2 miljard euro in om. Het loopt
zowel via
kleine sjacheraars als goed georganiseerde criminele
netwerken. De vraag is groot. Van Beurden signaleert
in de rijke landen
een enorme verzameldrift, een menselijke eigenschap
die verschillende oorzaken kan hebben. De honger naar schoonheid,
oudheid of naar
exotische voorwerpen is daarvan nog de meest nobele: verzamelen als contact met een andere samenleving,
want
juist in het uitzonderlijke
en onbekende manifesteert zich het eigene van een cultuur.
Kunstenaars als Picasso of Giacometti zijn in hun
vormentaal geïnspireerd
door Afrikaanse maskers en schilden. Maar cultureel
erfgoed is tevens een belangrijke zichtbare verbinding
met het verleden en behoort daarom toe aan het land van
oorsprong. Je kunt
er
als buitenstaander van genieten, maar blijf eraf. Want,
wat voor de een een mooi houten beeld is, was voor
de ander wellicht
een god.
Wie bedrijft er eigenlijk géén illegale kunsthandel,
vraagt Van Beurden zich af. Het begint aan de basis. Armoede
in Mali drijft de lokale lokale bevolking tot het zoeken naar
Djenné-aardewerk. Belust op boedhabeelden dringen
Nepalese rovers vermomd als gelovigen tempels binnen,
met een breekijzer
onder hun kleding. De afzetkanalen zijn legio: handelaren,
hulpverleners, blauwhelmen, missionariseen, diplomaten
en toeristen. De controle
op vliegvelden is summier. Het is tamelijk eenvoudig
om kleine voorwerpen in je jaszak mee te nemen. Maar
ook grootschalige transporten zijn de moeite van enig
risico waard. Het opsporen van illegaal ingevoerde
kunstnijverheid heeft in de Rotterdamse
haven een lage prioriteit. De douane moet het hebben van toevalstreffers,
en staat vervolgens meestal machteloos omdat Nederland
zowel de Wereld erfgoed Conventie (UNESCO 1972) als
het Unidroit Verdrag
(1995) niet geratificeerd heeft. Dit laatste verdrag
biedt staten de mogelijkheid om onrechtmatig uitgevoerd
cultuurgoed terug
te eisen. De Nederlandse kunsthandel is daar falikant
tegen, en opmerkelijk genoeg de meeste musea ook. Zij
hebben belang bij een zo vrij mogelijk verkeer van
kunst-en cultuurschatten.
Van Beurden maakt duidelijk dat veel handelaren en
collectionneurs boter op hun hoofd hebben wanneer het
om de herkomst
van bijzondere
voorwerpen gaat. Ook Nederlandse handelaren hebben
achterin hun zaak vaak een kamertje waar speciale klanten
de bijzondere
stukken aangeboden krijgen.
Voorlopig is er nog geen afdoende bestrijding van illegale
kunsthandel mogelijk. Het ideaal is een mondiale verantwoordelijkheid
voor
cultuurschatten, die kan uitmonden in sluitende verdragen
en wellicht een keurmerk. Het boek van Van Beurden
is daar een
kleine bijdrage aan. Hij tracht de lezer bewust te
maken van de culturele waarde die voorwerpen voor de
lokale
bevolking of voor een land kunnen hebben.
©
Matthijs Blonk / Indigo / 2003 ?
2003
|