JOURNALISTIEK # Expositie
Foto's van Ethiopische volken Over een foto-expostie in RASA, te Utrecht.
Verschenen in Indigo Nummer 1, 2003

Foto’s van Ethiopische volken
door Matthijs Blonk

 

 

Foto-expositie van Joke en Rob de Rooij in wereldculturencentrum RASA te Utrecht.

Mursi-vrouw met een kroon van metalen spiralen
Foto Joke en Rob de Rooij


De eerste maanden van dit jaar besteedt wereldculturencentrum RASA ondermeer aandacht aan Ethiopië. De energieke zangeres Minyeshu Tedla geeft een concert met haar band Chewata, waarbij ze zoals gewoonlijk een staalkaart van Ethiopische dans- en muziekstijlen presenteert. Tedla, die zelf een begaafd danseres is, start tevens een reeks cursussen in de voor Ethiopië kenmerkende schouderdans.
Ethiopië is een land van uitersten. Het kent zowel hooggebergte in het noorden, als warme droge savanne- en woestijngebieden in het zuiden en zuidoosten, waar het klimaat de mensen regelmatig op de rand van de hongersnood brengt. De bevolking van ruim vijftig miljoen mensen is al even gevarieerd en bestaat uit bijna tachtig volken met een zeer uiteenlopende cultuur en taal. Het kleurrijke land is een paradijs voor fotografen. Zeker nu het er al ruim vijf jaar veilig is voor buitenlandse reizigers, wordt de stroom foto’s over Ethiopië steeds groter.

In de foyer van RASA exposeren Joke en Rob de Rooij een dertigtal Ethiopië-foto’s uit 2001. Ze richten zich voornamelijk op de fotogenieke stammen in het zuidwesten, die garant staan voor een exotisch plaatje. Naast de obligate foto’s van de Hamar en de Mursi, zijn er opnamen van de Karo en Arbore. Het zijn mooie registrerende opnamen van neutraal in de lens kijkende mensen. Prachtig is de wit beschilderde Mursi-vrouw die met een oud geweer voor een strohut poseert. Of het portret van een Mursi-vrouw met een kroon van metalen spiralen en in haar onderlip een kleitablet van zeker acht centimeter doorsnede. Verder zijn er de Hamar vrouwen, die zich in dierenhuiden hullen en hun haar insmeren met klei en boter. De Karo, met hun kleurrijke kralen, zijn wat soberder versierd.

Het is allemaal een lust voor het oog. Toch hebben de foto’s iets vluchtigs en ademen ze de sfeer van het toeristisch kiekje, waarbij niet de technische- of artistieke kwaliteiten van de fotograaf bepalend zijn voor het eindresultaat, maar veeleer de afstand die hij heeft afgelegd en de ontberingen die daarbij doorstaan zijn. De foto geldt als het bewijsmateriaal dat de fotograaf er geweest is. Dat kan heel bijzondere opnamen opleveren, maar tegelijkertijd is het een genre dat snel aan slijtage onderhevig is. Er ontstaat beeldinflatie zodra een regio meer bereisd wordt en er overal foto’s van opduiken. Dan wenst de kijker een beeld dat meer is dan een koele registratie. Vandaar dat je bij de foto’s in RASA graag wat tekst zou zien als aanvulling op het beeld. De summiere onderschriften roepen nu eerder vragen op. Bij een foto van twee vrijwel identiek ogende meisjes staat: ‘Meisjes van de Hamar en Arbore stam.’ Dat maakt van de foto een ‘zoek de verschillen’ plaatje, terwijl enige uitleg over verwantschap, kleding, sierraden en haardracht hier interessant zou zijn.

© Matthijs Blonk/Indigo

Terug naar Journalistiek Top